Inleiding

In de vorige hoofdstukken zijn de belangrijkste risicothema’s van de regio benoemd. Een aanpak gericht op deze risicothema’s en locaties is effectief om de verkeersveiligheid te verbeteren. Bij voorkeur een integrale aanpak waarbij maatregelen gericht op gedragsbeïnvloeding, infrastructuur en voertuigveiligheid op elkaar zijn afgestemd (balans in de driehoek mens, weg, voertuig).

In de gemeentelijke uitvoeringsagenda’s zijn daarom maatregelrichtingen benoemd op basis van de 3 E’s: ‘education’ (voorlichting en campagnes), ‘engineering’ (infrastructuur en technologische ontwikkelingen) en ‘enforcement’ (handhaving). Vervolgens is ook een indeling gemaakt van de maatregelen op basis van de 9 SPV thema’s. De maatregelpakketten die op deze wijze ontstaan, vormen de basis voor een uitvoeringsagenda voor elke gemeente, in lijn met het SPV.

Voor de regionale risicothema’s zijn doelen gesteld die bijdragen aan de vermindering van het risico. In onderstaande afbeelding is de topdoelstelling gekoppeld aan een van de lagen van de verkeersveiligheidspiramide[1] en de drie pijlers (mens, weg en voertuig[2]) van verkeersveiligheid.

Figuur 5: Doelstellingenpiramide SPV regio Hart van Brabant

De doelstellingen voor de uitvoeringsagenda van elke gemeente in de regio én de regio zelf zijn gekoppeld aan de doelstellingen in het BVVP 2020-2024 zodat inspanning op de relevante risicothema’s direct bijdraagt aan het realiseren van de provinciale doelen.

In dit hoofdstuk wordt beschreven welke rol de Regio Hart van Brabant kan aannemen bij het uitvoeren van de lokale uitvoeringsagenda’s in algemene zin en in het kader van de verschillende maatregelrichtingen (3 E’s).

  • 1 De verkeersveiligheidspiramide is een methode om gestructureerd de verkeersveiligheidssituatie in beeld te brengen. De piramide bestaat uit 5 lagen van kenmerken die betrekking hebben op de verkeersveiligheid in een gebied en elkaar beinvloeden. 1) Cultuur en structuur: bijv. geografische, demografische en sociaaleconomische kenmerken. 2) verkeersveiligheidsbeleid: de kwaliteit van het verkeersveiligheidsbeleid, de verkeersveiligheidsplannen en beschikbare budgetten. 3) prestatie-indicatoren verkeersveiligheid (tussenuitkomsten): het effect van beleidsmaatregelen (betere weginrichting, gedrag op de weg). 4) ongevallen en slachtoffers (einduitkomsten) en 5) maatschappelijke kosten (materiële kosten, medische kosten en afhandelingskosten, maar ook kosten van productieverlies en verlies aan kwaliteit van leven). Zie ook www.verkeersveiligheidsmonitor.nl.
  • 2 Mens, weg voertuig komt overeen met de benadering van de 3 E’s: Education (mens), Engineering (weg en voertuig) en Enforcement (mens)