Risicothema 2: Fiets
Fietsers zijn een risico in de gemeente Oisterwijk vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met de beperkte inrichting van fietsvoorzieningen in het buitengebied.
Het inwonersaantal van de gemeente Oisterwijk is groeiende, ook volgens prognose 2030. Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat maakt dat het aantal fietsers in de gemeente Oisterwijk toeneemt. Daarnaast is Oisterwijk bij uitstek een fietsgemeente waarbij veel toeristisch fietsverkeer gebruik maakt van de fietspaden. Hierdoor ligt het aantal fietsers daadwerkelijk nog hoger.
Er zijn twee wegen in de vormtoets aangegeven waarbij er geen separate fietsvoorzieningen zijn. Dit zijn de Tilburgseweg in Oisterwijk en de Oirschotseweg. Daarnaast zijn de fietsoversteken van het Stroomdalpad met de Baerdijk en de fietsoversteken van de rotondes op de Moergestelseweg bij de Tilburgseweg en de Mgr. Verhoevenlaan aangegeven aan kritische oversteeklocaties voor fietsers. Daarnaast is heeft de Heusdensebaan erg slechte fietsvoorzieningen. Dit is een 60 km/uur weg met vrijliggende fietspaden. De fietspaden zijn echter erg smalle tegelpaden waarbij het gebrek aan kwaliteit er voor kan zorgen dat fietsers er voor kiezen om op de rijbaan te rijden.
Het aandeel letselslachtoffers op de fiets in Oisterwijk is 16% en daarmee iets lager dan de personenauto (22%). Dit percentage is vergelijkbaar met dan Oirschot (16%) en Hilvarenbeek (11%) en lager dan Best en Son en Breugel (26%).
Figuur 3: Locaties fietsongevallen in de gemeente Oisterwijk
De meeste fietsongevallen concentreren zich op de wegen rondom het centrum van Oisterwijk. Er vallen net zo veel slachtoffers op de kruispunten als op de wegvakken.
De meeste slachtoffers op de fiets vallen in de leeftijdscategorie 60+ (15).
Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Brabant, wat ook van toepassing is op de gemeente Oisterwijk:
-
Kinderen: 27% botsing met voertuig, waarvan 18% met een rijdende fiets. 73% enkelvoudig. 12% oorzaak gedrag ander, 11% door de toestand van de weg, 18% weersomstandigheden, 46% eigen gedrag en 19% zelf afgeleid.
-
Jongeren: 50% botsing met voertuig, waarvan 19% met fiets en 18% met auto. 42% enkelvoudig. 46% gedrag van een ander, 38% eigen gedrag, 23% zelf afgeleid, 3% alcohol, 7% weersomstandigheden en 40% toestand van de weg
-
Volwassenen: 70% enkelvoudig, 25% botsing met voertuig waarvan 6% met fiets en 10% met auto. 36% door gedrag ander, 39% eigen gedrag, 17% zelf afgeleid, 13% conditie waarvan 8% alcohol, 22% weersomstandigheden en 43% toestand van de weg.
-
Senioren: 67% enkelvoudig, 26% botsing met voertuig waarvan 14% met auto en 7% met fiets. 31% gedrag ander, 45% eigen gedrag, 12% zelf afgeleid, 12% conditie, 14% weersomstandigheden en 26% toestand van de weg.
-
Racefietsers: 42% enkelvoudig, 46% botsing met voertuig, waarvan 23% met wielrenner en 14% auto. 49% gedrag ander, 32% eigen gedrag, 8% afgeleid, 23% weersomstandigheden en 35% toestand van de weg
Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2018) is voor Roosendaal, in het onderzoek de enige Brabantse gemeente, bekend dat circa 66% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert. Dit is tevens het landelijk gemiddelde. Het is aannemelijk dat het percentage voor Oisterwijk rond het landelijk gemiddelde ligt. Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 84% van de 50-plussers. Lichtvoering is dus een aandachtspunt voor de gemeente Oisterwijk, met name onder jongeren.